· 

Roodkapje restyled

Nog een beetje beduusd zaten oma en Roodkapje aan tafel met de jager. Ze snoepten van  de peperkoek en dronken de wijn die Roodkapje had meegebracht. “Poeh”, zei de jager: “Jullie zijn allebei aan een ramp ontsnapt”. 

De dag was die ochtend ogenschijnlijk zonder problemen begonnen. Moeder had aan Roodkapje gevraagd om naar oma te gaan met een mandje met lekkers, omdat oma zich een beetje ziek voelde. Dat kon Roodkapje zich nog goed herinneren. “Maar waarom was je zo laat bij mij”, vroeg oma. “Tsja”, zei Roodkapje met blosjes op haar wangen. Ze schaamde zich kapot. “Ik kwam de boze wolf tegen en die wees mij op al die mooie bloemen in het bos”. Ze keek nog eens naar de grote bos bloemen die uitgespreid op de grond lag. “Maar je weet toch dat je nooit van het rechte pad moet afgaan”, zei de jager op zijn beurt. Dat wist Roodkapje ook wel, maar de wolf was zo enthousiast geweest over de bloemen en ze waren ook zo mooi dat ze alles om haar heen en ook haar goede voornemens was vergeten. De jager schonk zich nog eens in. Oma en Roodkapje schakelde over op een kopje thee. Het ene glas wijn was hen eigenlijk al teveel. “Aha, daarom kwam de wolf zo snel bij mij. Hij wist dat ik ziek was en dat jij nog wel even bezig zou zijn met bloemen plukken”, verzuchtte oma: “maar goed, jij moet wel geschrokken zijn, toen je mij niet in bed aantrof?” De gedachte aan de wolf in bed, deed Roodkapje weer sidderen. Ze zag het beeld helder voor zich. Oma die haar met een zware hese stem,  drie keer zo dik als normaal, enorme  oren en mond, vroeg om dichterbij te komen. Ze wist nog dat ze twijfelde, maar ja, het was oma. Wat er daarna gebeurde wist ze niet meer. De jager kon dat hiaat grotendeels opvullen. Hij ging er eens goed voor zitten. “Ik kwam langs oma’s huisje en ik hoorde haar snurken. Zo hard, dat ik dacht dat ze dood ging”. Ik wist nog niet dat ze inderdaad al bijna dood was. Ik ging snel naar binnen en van iedereen die daar in bed lag. Oma niet. Het was dus de wolf die eerst oma en daarna jou, Roodkapje had opgegeten. Ik hoopte dat ik nog snel genoeg was en dat ik jullie nog levend in de buik zou aantreffen.” Roodkapje realiseerde zich dat hij inderdaad net op tijd was geweest en dat ze dankzij de jager weer naar haar moeder kon gaan. Ze dronk haar kopje thee leeg en zei: “ Ik ga nooit meer van het rechte pad, echt niet!” Oma en de jager proostten op dit goede voornemen.


Reactie schrijven

Commentaren: 0